Naar de inhoud Naar de footer

Pijn vermijden

Ze pakt een kussen, en met een nonchalante, doch vurige kracht smijt ze het kussen de ruimte in. Met een grote plof valt het ergens, ver bij haar vandaan, op de grond. In Het Huis Van Aandacht is het muisstil. Zojuist is zichtbaar geworden hoe ver ze van zichzelf verwijderd is en hoe ze met zichzelf omgaat. Ik zet de stilte in om het gebrek aan zelfliefde binnen te laten komen. Dan kijk ik haar recht aan en vraag: “Smijt je jezelf altijd zo weg?” Haar ogen gaan wijd open, alsof wat net zichtbaar is geworden, in haar implodeert. Haar zilte tranen vinden explosief hun uitweg en rollen over haar wangen. “Wat vreselijk,” zegt ze geschokten slaat haar handen voor haar mond. Het inzicht komt vol binnen, raak.

“Dit is dus wat ik altijd doe. Ik smijt mezelf gewoon weg.”
“Ja, dit is wat je doet,” zeg ik. “Je smijt jezelf weg, onbegrensd en nonchalant. Voel maar.”

Ik had haar enkele minuten eerder gevraagd of ze toe was om de confrontatie aan te gaan. Ergens begin dit jaar had ze me gebeld, met de noodzaak en paniek duidelijk hoorbaar in haar verdrietige stem. In een notendop vertelde ze haar indrukwekkende levensverhaal, overvol verlieservaringen. Tegenslag op tegenslag. Hoppend van relatie naar relatie om het gevoel van alleen zijn en leegte te vermijden. Ze vertelde dat haar laatste man, haar soulmate, een jaar geleden was overleden. Na een periode van ‘gewoon doorgaan’, wat haar overigens haar hele leven altijd goed had geholpen, leek nu alle grond onder haar voeten te zijn weggezakt. Ze voelt een enorme paniek omdat ze weer alleen is achtergebleven. Een terugkerend pijnlijk patroon in haar leven. Ze kan alleen nog maar huilen, en vermijden lukt niet meer.

Ze staart naar haar weggesmeten zelf. Het is confronterend en pijnlijk. “Kijk maar goed,” nodig ik haar uit, en vraag vervolgens: “Welke beweging zou je nu willen maken?” Na enige minuten stilte zegt ze met een bibberend lijf: “Ik wil mezelf oppakken.” Ze loopt enkele meters naar het kussen dat op de grond ligt.

Ik nodig haar uit bewust te lopen en te voelen hoe haar lijf reageert. Ze huilt hard en pakt zichzelf zachtjes, voor het eerst in haar leven, liefdevol op. Ze koestert het kussen tegen zich aan. Ineens kijkt ze op en zegt: “Dit is mijn eenzaam, verlaten kindsdeel.” Ze heeft zich zo alleen gevoeld. “Ik heb haar verlaten. Maar nu is ze hervonden, geborgen en veilig. Helend.”

Ester Bakker
Oprichter Het Huis Van Aandacht, lichaamswerker, traumatherapeut, opsteller en vergevingscoach.